dinsdag

Koningeninnendag

Daar zit je dan (sic). Eenzaam en verlaten op de dag die je vind dat beter niet had kunnen komen. Verlaten door de vier vrouwen in je leven die geen moeite hebben met Oranje-volksvermaak. Eén voor één komen ze binnen om gekochte prullaria te dumpen en verse koopwaar mee te sjouwen naar de koninginnenmarkt in het Julianapark. Om mij een beetje op te vrolijken zingen ze ondertussen die lied wat nooit geschreven had mogen worden. Zit dat vehikel met die bij elkaar gejatte melodielijntjes en de kreupelste aller kleutertekstjes weer een uur in mijn kop!
(Dan krijg ik een sms'je dat ik broodjes mag komen brengen.)
fig.1 Verzin zelf een lollig bijschrift

En toch, een republikein zou ik mezelf niet willen noemen. Tot niet al te lang geleden was ik eerder hoegenaamd niet geïnteresseerd in het koningshuis. Je begrijpt dat ik het als desinterestist de laatste maanden steeds moeilijker kreeg. De gezamenlijke media hebben de laatste tijd zo ongelofelijk hun best gedaan om alle suffe en net iets minder suffe koningshuis-weetjes, -nieuwtjes, -verhaaltjes en -meninkjes van deskundigen en de man in de straat op te hoesten, dat ik zelfs geen zin meer had om hier een blogje aan te wijden.

Als de dag der dagen dan eindelijk gekomen is, zijn mijn Oranje-oververmoeidheid en een flinke dosis zelfmedelijden toch genoeg om mijn pen in oranje inkt te dopen. Eigenlijk had ik er hier veel scherpere teksten mee willen schrijven, maar ik ben bang dat ik al bijna net zo afgestompt ben als de rest van het Nederlandse volk.

Mochten er in de nabije toekomst toch (te) veel negatieve reacties op dit stukje komen, dan zal ik deze tekst onmiddellijk terugtrekken. Vrij en onverveerd.