Henk |
Tegenstander Rob kwam na een paar games met een reservebal naar mij toe, vanwege vermissing van een wedstrijdbal. Die moest ik even keuren, want als ex-topspeler was ik daar als enige op de baan toe in staat. Grappige gozer, dacht ik nog, maar na de wedstrijd bleek dat hij doodserieus was.
Hij had het gelijk gezien, Rob, dat ik vroeger minimaal een viertje was geweest en dat ik, omdat ik tegenwoordig bijna niet meer speelde, teruggevallen was. Toen ik vertelde dat ik ooit bijna zes was en wekelijks tennis, was hij niet onder de indruk. Ik was een topper. Dat zag hij aan mijn inzicht en mijn briljante ballen.
In een laatste poging om hem op andere gedachten te brengen, vertelde ik dat ik altijd gevoetbald had. Voetballers hebben gevoel voor tennis en veel meer balgevoel dan de gemiddelde dammer. Dat werk. Ook deze argumenten waren aan Rob niet besteed. Of ik wist tegen hoeveel ex-voetballers hij al gespeeld had en hij was nog nooit zo iemand tegengekomen met zo'n goede techniek als ik.
Ik gaf me gewonnen en feliciteerde hem nogmaals met zijn zwaarbevochten overwinning. Tegelijkertijd vroeg ik mij af hoe goed hij en zijn maat niet moesten zijn om Gerwin en mij te kunnen verslaan. Rob raadde mijn gedachten. "Aan jou heeft het niet gelegen", wist hij zeker.
Dat Gerwin echt beter was dan ik vond Rob ook al lachwekkend.
Heel even zag ik mijzelf als clubkampioen speechen."Bedankt Rob", zei ik.
Ik meende het.