woensdag

Heeft u voor mij een vuurtje?

Ik had jullie nog niets over onze vakantie in Tsjechië verteld. Nou, het was er dus prachtig, hoor. Hoog in de bergen in een leuk groot huis met dito tuin en zwembad. En dat alles in een schitterende omgeving. Het werd er in de loop van de eerste week wel wat koud. De sneeuwgrens was tot onder de tweehonderd meter gezakt.


En dat terwijl het aan het begin van onze vakantie nog 38 graden was en we het onderweg in een hotelletje in Oost-Duitsland zweetwarm* hadden. Oost-Duitsland ja, want we gingen via Polen omdat papa zonodig de kortste weg wilde. Over de Poolse snelwegen. Die zijn mooi, de Poolse snelwegen! Prachtig; jammer dat het maar van die ongelooflijk korte stukjes zijn. Met de rest zijn ze aan het werk en sturen ze het verkeer uit beide richtingen net zo makkelijk over één rijbaan. Je begrijpt, dat schiet niet op.

Maar je hoort ons niet klagen over het weer en de reis. Dat doen wij liever over de taalgids die - tot onze grote spijt - de internationale betrekkingen tussen Nederland en Tsjechië bekoeld heeft. Leergierig en enthousiast als wij zijn probeerden wij zoveel mogelijk de lokale bevolking in haar eigen taal te benaderen. Om - voor ons - onverklaarbare redenen stelde men dit in het geheel niet op prijs. En dan druk ik me nog voorzichtig uit. Bij de bakker werd ik onder bedreiging van een broodmes de deur uitgezet.

Terug in Nederland wist een kennis ( Martin Simek ), nadat hij het taalgidsje had gezien, ons te vertellen hoe dat kwam.
Bij de bakker dacht ik te vragen: "Goede morgen, lekker weer vandaag. Mag ik alstublieft zo'n wit brood?" Door de aanwijzingen in het boekje vroeg ik echter: "Hé, lui varken, zou je die zwijnenstal van je niet eens een keer schoonmaken?"
En op straat aan een voorbijganger vroeg ik niet: "Mijn Tsjechische geld is op, kunt u mij vertellen waar ik Euro's voor Kronen kan wisselen?" maar: "Ik vind het Tsjechische volk sowieso al stomvervelend, maar jij hebt wel een ontzettend chagrijnige smoel, hè?"
Volgend jaar misschien maar een keer in Nederland op vakantie. Daar weet ik - als ik niet al te veel gedronken heb - meestal wel wat ik zeg.

* Met dank aan José voor het lenen van de uitdrukking

vrijdag

Terreurverwachting

Terug van vakantie, zien wij op het journaal een verhaaltje over 'Sail'. Afgezien van dat vastgelopen schip met te veel diepgang met onze kroonprins erop ( ik zie een verband ) een nietszeggend verhaaltje. Je moet de zendtijd toch vol krijgen, nietwaar?
Net zo makkelijk begint de heer Freriks het onderwerp echter met de mededeling dat er geen terreurdreiging is geweest. Zoals gezegd, wij zijn weggeweest, dus er zal wel weer paniek geweest/ gezaaid zijn voordat de bootjesoptocht begon, maar het gaat zo langzamerhand toch wel erg ver hoor, met die verhalen over terreurdreiging. Als ik weer eens hoor dat er Arabische bommetjes zouden kunnen gaan vallen bij een of ander bijeenkomstje waar het journaal verslag van doet, denk ik altijd meteen: "Waarom was ík daar nou niet op gekomen?" en "hoe zouden ze hier nou zo veel mogelijk mensen om zeep kunnen brengen?" maar ook en vooral "waar is dit nou toch in koleresnaam voor nodig?"
Ten eerste zorg je met dit soort mededelingen voor angst en paniek en ten tweede zijn er ongetwijfeld doorgedraaide fundamentalistische randdebielen die denken: "Tering hé, dat is een strak plan! We gaan Alex met die gammele schuit van hem naar Allah blazen!"

Ideetje. Als het journaal nou gewoon vóór de weersverwachting een nieuwe rubriek begint. Inderdaad, de terreurverwachting, ja. Met zo'n gezellig landkaartje erbij en dan de plaatjes van explosies in de bedreigde gebieden in plaats van de gebruikelijke regenwolkjes. Bij voorkeur gevolgd door een meerdaagse verwachting natuurlijk. We willen tenslotte wel weten waar we de week het beste door kunnen gaan brengen.
"De verwachting voor het noorden van het land is deze week rustig met hier en daar een moskeebrand, gevolgd door een zwakke tot matige stiltemars vanuit het westen. Op de Wadden een enkele duinrel.
Het westen en zuiden krijgen te maken met een actief aanslaggebied uit Duitsland, waaruit hier en daar een bom kan vallen. Daar kunnen forse klappen tussen zitten.
In de loop van volgende week rukt een lage-aanslagkans-front op vanuit het zuiden. Of die ons land ooit zal bereiken is nog onduidelijk."