woensdag

Sleutels

Het was een gure avond. De stevige tegenwind legde een deken van kou om de eenzame fietser. Henk was op weg naar huis na zijn tennistraining. Zijn tennistas weigerde rustig op zijn stuur te blijven liggen. Langzaam gleed de tas richting voorwiel. Vlak voordat hij op de grond zou vallen trok Henk de tas weer omhoog en zijn fiets richting berm. Op het laatste nippertje wist hij zijn ongeplande koerswijziging te corrigeren en een duik in het kanaal te voorkomen. Wit van de schrik en blauw van de kou fietste hij verder.

Het was al bijna twaalf uur. Over vijf minuten was hij thuis en bij de gedachte aan zijn warme bed besloot hij er vier minuten van te maken. Hij demarreerde weg bij zijn denkbeeldige tegenstander. Maria sliep al een uur of twee, wist hij zeker.
Zes minuten later stond hij bij zijn voordeur. Binnen was alles donker. Hij stapte af, zette zijn tennistas op de grond en trok aan de bel. Er werd niet opengedaan. Henk besloot nog een keer –en dit keer wat harder- te bellen. Bij de buren werden de gordijnen opengeschoven. Bij Henk thuis bleef alles rustig. Nu belde hij maar eens flink hard. Eindelijk had hij succes; de tweeling van acht maanden was wakker geworden en begon onmiddellijk te krijsen. Omdat de tweeling weigerde de deur te openen, trok hij zijn authentieke deurbel bijna de muur uit. Even bleef het stil. Toen ging het licht in de gang aan en hoorde hij gestommel op de trap. Zijn vrouw kwam naar beneden! Met een slaperige, boze kop deed ze de deur open:

“Jeetje Henk, lekker hoor! Had je je sleutels vergeten?”
“Nee.”
“Niet? Ben je ze kwijtgeraakt?”
“Nee.”
“Hallo, krijg ik nog een gewoon antwoord? Waar zijn ze dan?”
“In mijn zak.”
“In je zak?! Doe even normaal, man! Je maakt me midden in de nacht wakker, met je sleutels in je zak?! Ik hoop dat je een goede advocaat hebt.”
“Ik krijg de rits niet meer open, schat.”
Nog steeds niet, trouwens.

Geen opmerkingen: