Ik heb weer genoten van de actualiteit deze week.
Arme Ruud. Hij mag niet meer achter de vluchtelingen aanzitten.
We lijken wel een beetje op elkaar - Ruud en ik. Ik kan ook zo slecht van billen afblijven. En net als Ruud krijg ook ik daar stront mee. Ik letterlijk, dat dan weer wel. Ik neem aan dat de billen waar Ruud in knijpt wél zindelijk zijn.
En dan die andere arme schat, Rita. Nee, niet Ria, dat is de vrouw van Ruud, maar Rita, de vrouw van drogist Verdonk. Die heeft weer drie mannen gevonden die haar geen handje willen geven. Eruit met die lui!
Heb je haar gezien van de week? Een gladgeplamuurd, glanzend hoofd, met als finishing touch een streepje lippenstift, aangebracht met een precisiekwastje op het zuinige mondje. Waarom wil ze die - normaal gesproken onzichtbare - lipjes toch zo graag accentueren?
Nee, dan Patrick van Schie. Wie? Patrick van Schie, directeur van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD. Nee, daar had ik ook nog nooit van gehoord. Niet van dat bureau (wat doen ze daar?), noch van Patrick. Patrick zat een beetje weg te kwijnen daar en wilde ook wel eens actie. Hij wilde een beetje media-aandacht, Patrick.
Zo genoeg aandacht gehad, Patrick? Mooi! En nu opzouten met je doodstraf, mediageil directeurtje! We leven hier - nog - in een beschaafd land.
Zullen we het een andere keer maar weer over Jaap, Jan Peter en hun idool George W. hebben? Die koppen ben ik nu wel weer even zat.
Al zijn ze nog zo voornaam.
donderdag
Voornamen
zondag
De Aanslag
Het was weer zo ver deze week. Eén of andere randdebiel had een mallotig stukje in elkaar gefrutseld op het internet en 'Het Journaal' had er een onderwerp over.
Strekking van het mallotige stukje: Geert Wilders heeft de Islam in diskrediet gebracht en moet daarvoor gestraft en wel onthoofd - een effectieve, zij het wat rigoureuze methode om van dat vervelende hoofd met het ondergescheten vogelnestje af te komen, wat mij betreft.
Strekking van het onderwerp in het journaal: de dader wordt vervolgd.
Was dit nieuws? Lijkt me niet. Als je even zoekt op internet kun je waarschijnlijk nog wel een aantal van dit soort sites vinden. Wat was dit dan? Dit was het journaal op jacht naar sensatie en de jonge kijker. Want die kijkt dus te weinig: de jonge kijker.
Ondertussen gaat het natuurlijk niet goed met de Islam. Overal ter wereld worden randdebielen geronseld om te strijden voor de Jihad (Jammer-die-Islamitische-haat?). De Heilige (hoe verzin je het?) Oorlog tegen alle vijanden van de Islam. In de praktijk komt dat, voor Jihad-strijders, neer op alle niet-moslims.
"Jij niet moslim? Jij moet dood!"
Lekker overzichtelijk, dat dan weer wel.
Maar - om nog even op dat stukje van die randdebiel terug te komen - wordt het niet tijd dat iemand deze jongens en meisjes ( meisjes, mogen die ook meedoen; ik denk het niet, hè?) van de Jihad eens uitlegt dat zij hoogst persoonlijk de Islam in diskrediet brengen en dat zij zelf dus de grootste vijanden van de Islam zijn? Dan zijn we misschien in één keer van een hoop ellende verlost. Als ze tenminste begrijpen dat ze dan collectief een zelfmoordaanslag op zichzelf moeten organiseren.
Dat zou het journaal toch wel halen, denken jullie niet?
vrijdag
Mijn gedicht begrijpt mij niet
Een gedicht is als een roos
Die je betovert met haar schoonheid
Is een vreselijk cliché
En al bijna nooit de waarheid
Poëzie is de taal van de ziel
Zoals sommige mensen zeggen
Maar dat vind ik te goedkoop
Laat ze dat dan maar eens uitleggen
Volgens mij zijn gedichten
Als de meeste vrouwen
Je begrijpt ze bijna nooit
Maar je moet er toch van houen
dinsdag
Herr und frau Bongers
Wij hebben best leuke kinderen, al zeggen we het zelf. Eentje van vier - heel grote mond, klein hartje - en twee van anderhalf - vooral 's nachts een heel grote mond en een klein hartje -. Wij moeten altijd erg lachen om de verhalen van ouders over het verschil tussen jongens en meisjes: jongens zijn rauwdouwers en meisjes zijn creatief. Deze verhalen hoor je alleen van ouders met jongens. Weten zij veel. Onze meisjes zijn creatief in hun rauwdouwactiviteiten.
Wij gaan tegenwoordig ook niet meer slapen, wij gaan naar bed. Subtiel verschil. Met name Anna heeft er een sport van gemaakt om, tijdens onze bedtijden, aan haar bruisende nachtleven te beginnen. Wij slaan haar tegenwoordig weer in slaap. Eigenlijk zouden we waakdiensten in moeten stellen, maar daar hebben wij allebei de fut niet voor.
Waar die kinderen overdag de energie nog vandaan halen is ons een raadsel (onder de goede inzendingen wordt een logeerpartij van onze dochters bij de gelukkige winnaar verloot).
Over elf dagen gaan wij met ons tweeën een weekendje in een hotel in het Sauerland liggen. Wij brengen de meiden bij mijn zus in Houten en ons mobieltje gaat veilig in de linnenkast.
Wij denken nog na over een naam waarmee we ons gaan melden bij de receptie. De telefoon zou er kunnen gaan.
"Wer sagen Sie, bitte? Nein, es gibt bei uns keine herr Bongers im Hotel."
Nou, ik ga naar bed.
Een Middenlevenurgentie
Een jaar geleden kwam een zwager van mij ( we noemen hem gemakshalve even Evert) erachter dat zijn leven al half achter hem lag en hij nog méér dan de helft niet gedaan had. Een 'midlifecrisis', ja.
Sommige mannen gaan dan achter jonge meisjes aan, anderen gaan overal aan twijfelen en doen niets en mijn zwager besloot fanatiek te gaan sporten. Niets bijzonders zul je zeggen, maar in het geval van Evert ligt dat toch duidelijk anders. Evert's enige sportieve prestatie was jarenlang het rekken en strekken van de slokspieren geweest, tijdens het jaarlijkse dorpsfeest in zijn geboorte- en woonplaats en nu ging hij ineens écht sporten.
Het begon met wandelen. Eerst kleine stukjes, naar de bakker en terug, maar al gauw kreeg hij de smaak te pakken. Uren liep hij door het vlakke polderland in zijn geboortestreek.
Dat ging vervelen. Samen met zijn loopgezel besloot hij nieuwe en verre wandelwegen in te slaan. Te ver om voor het avondeten thuis te zijn. En dus werden het weekendjes wandelen in Drenthe, de Achterhoek of Zuid-Limburg.
Dat was leuk; wandelen, maar dat kon hij nu wel. Schoot ook niet op, dat lopen, een beetje meer actie mocht van hem wel. Misschien moest hij maar eens een racefiets kopen!
Dat was een cool plan, hij ging fietsen! Nadat hij de edele beginselen van het pedaleren onder de knie had ging Evert in training voor een echte toertocht: het 'rondje IJsselmeer'. De familie begon zich nu toch een beetje zorgen te maken, want dat zou hij natuurlijk niet gaan redden. Maar Evert bleek een doorzetter en reed - met twee vingers in de neus - de afsluitdijk over en via vier provincies terug naar huis.
Nou, dat fietsen was wel erg makkelijk. Wat nu? Schaatsen kon hij ook nog niet.
Een week later stond Evert met nieuwe klapschaatsen op de kunstijsbaan. Hij had gehoord van een marathon op de Weissensee in Oostenrijk over tweehonderd kilometer. Dat leek hem wel wat. Maar dáár kon hij natuurlijk niet met die stoel aan komen zetten en hij had nog maar een paar maanden om die kwijt te raken! Evert ging weer in training en schudde eerst de stoel en daarna Rintje Ritsma af. Hij was er klaar voor.
Het wordt een beetje voorspelbaar, maar toch; Evert reed de marathon uit en behaalde een niet onverdienstelijke tiende plaats in het voornamenklassement.
Dat was vorige week. Zojuist had ik hem aan de telefoon. Mijn zwager gaat de noordflank van de K2 (8616 meter) beklimmen. Solo, zonder zuurstof en op klapschaatsen. Die zitten namelijk nog aan zijn voeten vastgevroren. Na de barre tocht laat hij zijn schaatsen operatief verwijderen.
Dit noem ik geen 'midlifecrisis' meer; dit noem ik een middenlevenurgentie.