Ze teisteren al jaren het straatbeeld in de winkelgebieden van elke plaats met meer dan één rotonde: de eenheidsworstwinkels voor prullaria, de Blokkers en consorten. Met ontroering in de stem, vertellen mensen vaak over dat leuke authentieke winkeltje dat eerst op die hoek zat en waar ze altijd zulke leuke spulletjes hadden. Diezelfde mensen zijn helaas verantwoordelijk voor het failliet van het zaakje omdat ze - net iets minder leuke - spulletjes bij de Blokker zijn gaan kopen.
Hoeveel vrouwen zijn er niet verslaafd aan de Blokker? Waar mannen minstens elke zes minuten aan sex denken, denkt de gemiddelde vrouw dan aan opbergdoosjes. Opvouwbare kratten, stapelbare dozen, kleine doosjes met lollige dekseltjes; allemaal vervaardigd uit eenvoudig verwoestbaar plastic, zodat er elke week weer nieuwe handige doosjes gekocht moeten worden. Bij de Blokker, dat moge duidelijk zijn. Vorige week kwam mijn vrouw met de laatste revolutie op doosgebied thuis, de doos op wieltjes. Enorm handig om onder het bed te rollen en uiteraard onmisbaar voor elke doosbewuste vrouw. Om al die grote en kleine opbergdoosjes een beetje fatsoenlijk gevuld te krijgen, moeten er in de week na de aanschaf weer een hoop handige hebbedingetjes gekocht worden. En laten ze nou vreselijk veel handige spulletjes bij de Blokker verkopen!
Ook de ontwikkeling van de dweil staat niet stil bij de Blokker. Voor een stukje dweilbeleving dien je dan ook te beschikken over een geavanceerde dweiluitrusting. Gelukkig komt de eerder genoemde dozenfirma elke twee maanden met een nieuw, nóg handzamer modelletje, waarmee het reinigen van gladde vloeren bijzonder plezierig én een fluitje van vijftien Euro is.
Ik stuur tegenwoordig mijn oudste dochter mee, als mijn vrouw naar het Kruidvat (jaja) gaat voor luiers. Dan kan zij de boel een beetje in de gaten houden. Ze brengt vervolgens (ongevraagd) verslag uit van de koopjes die mijn vrouw - al of niet - heeft laten liggen.
Ondertussen gaat het niet goed met de schoenenmiddenstand. Alle negenenzestig schoenenwinkels in het centrum van Utrecht hebben te maken met dalende verkoopcijfers. Waar, niet al te lang geleden, elke vrouw zorgde dat ze minstens twintig paar schoenen in de kast had staan, heeft ze nu aan vijf of zes paar al voldoende. Dit fenomeen heeft verstrekkende gevolgen voor het hedendaagse huishouden. Omdat de schoenendoos uit de gratie is geraakt als opbergmiddel, dienen er telkens plastic dozen gekocht te worden, die een niet onaanzienlijke aanslag op het schoenenbudget teweeg brengen. En zo is het gekomen.
Is er nog iemand die zich afvraagt waarom menige vrouw als 'doos' betiteld wordt?