vrijdag

Jip & Janneke Economie

Mijn buurman verdiende een beetje geld. Daarmee kocht hij broodjes, croissantjes en een cadeautje bij de speelgoedhandelaar voor de verjaardag van zijn dochtertje. De speelgoedhandelaar was daar blij mee. Hij kocht van de centjes van de buurman taartjes bij de bakker voor de verjaardag van zijn zoontje. Dat was natuurlijk niet goed voor de tandjes van het zoontje van de speelgoedhandelaar, maar dat was niet erg, want het zoontje van de speelgoedhandelaar ging twee keer per jaar naar de tandarts.
De bakker en de tandarts konden de buurman centjes geven als hij de schoorsteen kwam vegen. En ze konden cadeautjes kopen natuurlijk.

En zo kreeg iedereen centjes van iedereen. Kijk maar: 

  •  Buurman > centjes voor bakker en speelgoedhandelaar 
  •  Speelgoedhandelaar > centjes voor bakker en tandarts 
  •  Bakker > centjes voor speelgoedhandelaar, buurman en tandarts 
  •  Tandarts > centjes voor speelgoedhandelaar, buurman en bakker

Sjonge, jonge; wat was iedereen blij! Iedereen had werk en centjes om dingen te kopen. Want met centjes moet je dingen kopen; anders heb je niets aan centjes, als je er geen dingen mee koopt.

Maar de regering was niet blij. De mensen kregen veel te veel centjes van de regering en betaalden veel te weinig centjes aan de regering om naar de tandarts te mogen. De regering wilde dat iedereen minder centjes ging verdienen, zodat opa en oma langer konden werken om minder centjes te verdienen. Ja, dat was wel een beetje moeilijk te begrijpen. Maar opa en oma kregen van de regering centjes als ze niet meer gingen werken. Dat was wel lief van de regering, vond de regering.
En nu krijgt iedereen minder centjes van de regering. De regering is blij.

De buurman is niet zo blij. Hij krijgt niet meer zo veel centjes van zijn baas. Maar de buurman wil nog wel broodjes eten en cadeautjes kopen. De buurman koopt nu geen croissantjes meer. Die kosten te veel centjes. En zijn dochtertje krijgt voor haar verjaardag een heel klein cadeautje. Zijn dochtertje vindt dit niet leuk. De speelgoedhandelaar en de bakker vinden het ook niet leuk. Zij krijgen minder centjes van de buurman. De speelgoedhandelaar koopt nu hele kleine taartjes bij de bakker. Daar krijgt zijn zoontje hele kleine gaatjes van in zijn tandjes. Het zoontje van de speelgoedhandelaar is blij. Hij hoeft niet meer naar de tandarts van zijn pappa. Dat kan zijn pappa niet meer betalen.

En zo krijgt iedereen nog minder centjes.
En de bakker moet zijn winkel dicht doen.
En de speelgoedhandelaar ook.
En de tandarts gaat zelf zijn schoorsteen vegen.
En de buurman wordt ontslagen.
Opa en oma werken nog. Lekker in hun luie stoel garnalen pellen.


Hoe vind je dit?


Geen opmerkingen: