woensdag

De groeten van Bea ('Hobbel', gepubliceerd in Straatnieuws, Juli 2005)

Een tijdje terug lag er bij ons in de gang een brief op de grond. Die had de postbode waarschijnlijk door de gleuf geduwd. Het was een bijzondere brief.
De envelop droeg een aanstootgevende kleur beige en was voorzien van een bijzonder gelikte (hoe verzin ik het) postzegel, waaraan ik in eerste instantie weinig aandacht besteedde. De afzender van het schrijven trok namelijk meer de aandacht. Het had de koning namelijk behaagd mij van het één of ander op de hoogte te stellen. Stormachtig ging mijn brein aan de slag om dit te verwerken. Nu was ik een weekje in Italië geweest, maar zo snel kon Beatrix toch geen troonsafstand gedaan hebben? Ja, het stond er echt, het parket des konings. Mijn ogen gleden terug naar de postzegel en zagen wat de vlotte lezer natuurlijk al lang begrepen had: de brief kwam uit België.

Ik opende de envelop, teneinde de koninklijke inhoud te kunnen aanschouwen. Het vorstelijk schrijven was voorzien van een koninklijke giro, voorzien van rekeningnummer. Zelfs het bedrag was al ingevuld! Ik mocht 150 Euro betalen.
De procureur des konings was na onderzoek van het dossier tot de conclusie gekomen dat er voldoende bezwaren bestonden om mij te vervolgen. Bezwaren waartegen, vroeg ik mij af. Omdat het eerste blad geen uitsluitsel gaf over de aard van mijn misdrijf, keek ik snel naar het aangehechte kopietje van de Federale Politie. Negentien kilometer te hard gereden, dát had mijn auto gedaan! Per uur dan, hè? Op acht augustus 2004, acht maanden terug nota bene.

Rare jongens, die Belgen. Ze dachten toch niet serieus dat ik dat ging betalen? Of bestond er een uitleveringsverdrag tussen ons en onze zuiderburen, waardoor ik in de komende maanden van mijn bed gelicht kon worden? Om daarna aan de grens aan de Belgen overgedragen te worden. Wegkwijnen in een Belgische cel, dat gun je toch je ergste vijanden niet?
Navraag over de justitiële gevolgen van het wangedrag van mijn auto leverde weinig op. Volgens de buurvrouw kon ik op het vliegveld tegengehouden worden, als ik gebruik zou maken van het Belgische luchtruim. Dan vlieg ik toch een stukje om!

Nee, we hebben het al niet zo breed en dan zal ik al mijn spaarcenten over gaan maken aan de koning van België? Ik ben gekke Henkie niet!
Ik denk er nog wél over om een briefje terug te sturen, maar dan wel één met geinig briefpapier; ik dacht aan oranje. Met de groeten van Bea.

Geen opmerkingen: