José en ik gaan elke vrijdagmiddag een uurtje naar zwembad "De Kwakel" voor haar zwemlessen.
Meestal ga ik even een bakkie doen in het café dat bij het zwembad hoort. De bedoeling is dat ik dan even lekker tot mezelf kom. Geen kinderen aan mijn hoofd, het leven overpeinzen, krantje lezen, shaggie draaien; dat werk.
Maar je kijkt zo af en toe ook om je heen natuurlijk. Er zitten daar altijd veel wegbrengouders, te wachten tot het uurtje voorbij is. Eén van die dames (inderdaad, bijna altijd vrouwen die wegbrengers) heeft mijn speciale aandacht. Het is zo'n echt volksmens, een ordi zoals wij zeggen. Hooggeblondeerd haar met een te hoog geplaatste, kronkelende paardenstaart op het verbaasde hoofd. Die doet een moeite om het elke keer weer exact het zelfde te coifferen! Ze heeft ook altijd een wat-mot-je-nou-uitdrukking op haar gezicht. Dit wordt mede veroorzaakt door het enorm strak getrokken haar en een mislukte wenkbrauwcorrectie. Hoewel ik het vreselijk vind, moét ik wel naar haar kijken. Je kent dat wel. Ik zal je haar verhalen besparen, maar haar toon is al net zo verbaasd en verongelijkt als haar hoofd.
Ook in de kantine, zit een moeder met haar jongere dochter een glas chocolademelk met slagroom weg te werken. De oudere dochter is aan het zwemmen, terwijl het kleintje wordt volgepropt met limonade, ijs én patat. Let wel, het gaat hier niet om alternatieven, ze krijgt alles! Je hebt als goede opvoeder behoorlijk last van plaatsvervangende schaamte en een enorme behoefte om de dame in kwestie de les te lezen. Het arme kind heeft een bolle kop en een - naar verhouding - matig gezet lichaam, dat door haar liefhebbende moeder uitgedijt wordt.
Ik ben bang dat ik weet op wie dat meisje gaat lijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten