maandag

Mijn Café ('Hobbel', gepubliceerd in Straatnieuws, februari 2006)

Wie doet dat eigenlijk nog, uitgaan in Utrecht? Oké, ik ben zelf de veertig gepasseerd en heb drie kinderen, maar dan ben je toch nog niet dood? En inderdaad, mijn oude stapvrienden hebben inmiddels ook allemaal een legitieme reden om niet meer te hoeven, maar het blijft - in ieder geval bij mij - nog wel kriebelen. Wat zeg ik, ik heb regelmatig ernstige stapjeuk! Het is dan ook wonderbaarlijk hoe moeilijk ik het vind om mijn toepmaatjes uit café de Postillon of mijn zwager voor een concert in Tivoli op te bellen. De enige die ik zonder schroom durf te bellen is mijn jongste broer, voor een potje snooker in Ozebi.
Nu is het ook niet meer zoals vroeger (je weet wel, vroeger, dat is die tijd van vóór de nieuwe zakelijkheid); het uitgaansleven in Utrecht. Waar de kosten in een jaar of tien zo ongeveer verdubbeld zijn, is het enthousiasme van de gemiddelde horecamedewerker gehalveerd. Een rondje van de zaak kun je tegenwoordig echt wel schudden, ook al heb je voor vijftig euri zitten innemen. Of probeer eens een biertje te bestellen in Ozebi om vijf voor één. "Nee mijnheer(!), ik heb alles net schoongemaakt en we gaan sluiten". Tien jaar geleden ging in die zelfde tent de deur op slot en kwam er geen vaste klant meer uít, tot een uurtje of drie.
Nee, de bediening staat tegenwoordig alleen nog maar zijn geld te verdienen, bij voorkeur zo moeiteloos mogelijk. Je kunt aan de depressieve hoofden van het personeel ook bijna altijd zien dat ze er nou niet direct voor hun lol - en al helemaal niet voor die van de klant - staan.
In de Postillon lieten we ons altijd vollopen van de rondjes die 'Dikke Willem' moest betalen, als hij als eerste tien punten had gehaald bij het toepen. Dat was pas lol, vond Willem zelfs! Nou ja, wij in ieder geval. Het enige dat in de Postillon - volgens mij - in tien jaar is veranderd, is dat wij er niet meer komen. Daar is het nu dus ook niet meer gezellig.
Het moet toch mogelijk zijn om een zaak in Utrecht te openen waar je ouderwets naar toe wilt omdat het personeel gezellig is, de prijzen schappelijk zijn en niemand naar huis gaat. Een plek waar mensen samenkomen, een café 'where everybody knows your name'.
De locatie en de naam heb ik hoogstpersoonlijk al voor de aanstaande ondernemer verzonnen. Nee, geen Cheers, maar 'Het Kleine Café Aan De Haven'.

Geen opmerkingen: