Het was maandagmorgen, kwart voor twaalf. In mijn hoedanigheid als inspecteur wegenbeheer was ik bezig met het onschadelijk maken van een verkeerslicht, toen ik een rode auto met hoge snelheid over de kruising zag rijden. Hij ging vol in de remmen en 'parkeerde' zijn auto rechtsonder op de foto, boven de Amerikaanse vreetschuur. De man toeterde, blijkbaar naar mij, want hij stapte meteen uit en kwam naar mij toegewaggeld. "Hebtz jij voor mij een thzuisbrengert?", walmde hij in mijn gezicht. Ik schatte zijn alcoholpromillage op vijf procent. De man was inderdaad bijna dood. In ieder geval hersendood, want hij dacht blijkbaar dat ik van de ANWB was.
De bewuste kruising
"Nee, ik heb geen wiel voor je, maar wat is er aan de hand? Misschien kan ik je helpen", deed ik behulpzaam. Ik liep naar zijn auto en zag dat er geen band om zijn linker voorwiel zat.
"Ik zal wel iemand voor je bellen", bood ik aan.
"Azje grazje Bvzrouzjalietsj belt dn komme zje me wel elpe."
Omdat ik zei geen grazje Bvzrouzjalietsj te kennen werd hij boos. Dan reed hij er wel zelf naar toe. Ik vertelde hem dat mij dat geen goed plan leek, vanwege zijn velg (.......) en dat ik wel wat zou regelen.
"Als jij nou effe je auto aan de kant rijdt en je alarmlichten aanzet, bel ik wel iemand."
"Ja, mar geen geintsjes, hè?"
Om de één of andere reden was hij bang dat ik de politie zou bellen.
Terwijl de man weg was liep ik naar mijn auto, belde mijn chef en liet hem de politie bellen. Ondertussen stond het drankorgel alweer naast mijn portier te wankelen.
"Weetzje wel wie ik ben?" vroeg hij, bijna verbaasd. Een stomdronken hersendode crimineel, dacht ik en zei: "nee".
"Prdqwg Vergrittzje!" rochelde hij triomfantelijk. Ik durfde het bijna niet te zeggen, maar die kende ik ook al niet. Daar werd hij woest om en vertelde dat hij Klaas Bruinsma's maat was en dat hij een snuiffie wilde. "Nee, das niedz een goedz idee, ik motz nog rije."
Of ik een shaggie had. Die had ik. Hij 'draaide een shaggie' en probeerde een propje papier met shagbulten aan te steken. Dat lukte niet, vanwege te veel gaten.
"Eén of andreze mugool reedz achterzuit tege me auto aan", begon hij zijn schade uit te leggen. Prdqwg V. wilde nog een shaggie. Ik zei dat ik dat wel even zou doen, waarop hij mij in elkaar wilde slaan, want ik dacht dat hij dat niet kon. Wat blijft de sterke arm vreselijk lang weg als je op hem wacht.
Stiekem liep ik naar een verkeerslicht, in de hoop dat Prdqwg V. mij niet zou volgen, want ik had geen zin om naast hem te staan als de politie zou arriveren. Na een minuut of vijf liep ik weer terug en draaide nog een shaggie voor hem, toen ik sirenes in de verte hoorde. Ik werd wel een beetje nerveus, maar bedacht dat Prdqwg V. toch echt niet meer in staat zou zijn om hard te lopen en schuifelde rustig een stukje opzij, in de richting van de rode driewieler.
De twee politieauto's en motoragent arriveerden. Een prototype vrouwelijk agent (dikke kont) vroeg mij wie de eigenaar van de auto was. Ik knikte in de richting van Prdqwg V., die een stukje verderop rustig stond te kijken.
"Nej, dzjie izjnit van mij" blufte hij. Gelukkig werd ik geloofd, toen ik bevestigde dat Prdqwg V. het toch echt was en hij werd onmiddellijk geboeid en afgevoerd.
Heerlijk ontspannen kon ik daarna mijn verhaal vertellen aan de agente en een collega van mij(die ondertussen ook was komen aanrijden), onder de luifel van de hamburgertent. Prdqwg V. had een ongeluk in Nieuwegein (ca. 15 kilometer van het bewuste kruispunt !) veroorzaakt (en doorgereden) en nog meer ellende, vertelde de agente.
Inmiddels ben ik een held op kantoor en hoop ik op levenslang voor 'hem' en politiebescherming voor mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten