zondag

Het Oude Hazenbos (slot)

De volgende dag was het een gekkenhuis in ons geliefde bos. Nadat Achmed zijn plan had uitgelegd, was iedereen onmiddellijk enthousiast geworden. Thom de Mol had zijn familie en vrienden uitgenodigd en Björn het ijskonijn had onder leiding van Achmed een tekening van de plannen gemaakt. Aan de noordkant van het bos waren honderden dieren druk in de weer met takken en zand. Aan de zuidkant was een even grote groep zich in het zweet aan het werken. Twee weken gingen voorbij. Twee weken waarin alle dieren hun steentje bijdroegen aan het grote plan. Twee weken waarin vossen en dassen, mollen en konijnen nader tot elkaar kwamen. Ze hadden zich nog nooit zo verbonden met elkaar gevoeld.
Op de vijftiende dag kwam Thom juichend bij Achmed aangerend: ”Het is gelukt! We hebben het gedaan, Achmed. Hij is af!” “Dat is prettig nieuws”, zei Björn, uitbundiger dan ooit. Achmed vloog Thom om zijn nek: “Geweldig Thom, dat is geweldig!” Ons dappere woestijnkonijn was ontroerd, maar hij bleef realistisch. “Nu moeten we afwachten wat er verder gaat gebeuren, maar wij hebben er met zijn allen alles aan gedaan!”

Langzaam kropen de dagen voorbij. Er heerste een gespannen sfeer in het bos dat wij onderhand zo goed kennen. Het kon allemaal nog fout gaan. Dat wist Achmed natuurlijk ook. De andere dieren werden steeds ongeduldiger. Op een kwade dag probeerde Wouter Bosuil zijn oude machtspositie terug te veroveren. Hij riep iedereen bij elkaar voor een vergadering.
“Mijn insteek voor deze meeting is dat wij, als groep, serieus moeten kijken naar onze opportunities aangaande de beleidskeuzes, voor waar het onze corebusiness betreft.” Begon Wouter. Daar had niemand van terug. “En aangezien onze corebusiness het bosleven betreft, is het helder en duidelijk dat we voor een moeilijk dilemma staan. We kunnen voor de nuloptie gaan; wachten op het evidente onheil, of we gaan voor een win-win-situatie; vluchten zo lang het kan!” Er klonk instemmend gemompel uit de menigte. “We zullen een stemming houden om te kijken of…”, maar verder kwam Wouter niet. Hij werd onderbroken door het luide gekras van Hans Kraai. “Ze zijn er! Ze zijn er, zeg ik je!” Schreeuwde Hans. “En ze hebben de tunnel gevonden! De eerste machine is al naar binnen gereden!” Een hels kabaal maakte zich meester van het bos. Terwijl Wouter afdroop vierde de rest feest.

De bouwvakkers hadden de tunnel, waar de dieren zo hard aan gewerkt hadden, gevonden en legden de weg nu onder het bos aan. Een maand later was de weg klaar en was ons prachtige bos voor de ondergang gered! Toch?

Nog geen maand later werd de koele ochtendlucht doorboord door het helse geschreeuw van Hans Kraai: “Een vliegveld. Ze gaan een vliegveld aanleggen in ons bos!”
Een overkapping voor het bos is er nooit gekomen.

Geen opmerkingen: