dinsdag

Ik Klap Niet Voor Johan Cruyff

Het was een sympathiek idee. Om na 14 minuten wedstrijd te gaan klappen voor Johan Cruyff, de eeuwige nummer 14, die aan longkanker lijdt. Toch ging het bij mij meteen jeuken.
Voor mijn zusje heeft nooit iemand geklapt, toen zij (rond dezelfde tijd vorig jaar) te horen kreeg dat ze longkanker had. Ook zonder te klappen konden familie en vrienden haar gelukkig steunen. Afgelopen maart is ze, na een half jaar vol van intense ellende, overleden.
Johan heeft echt wel door dat zelfs hij niet ziet wat hij hiermee moet

Als ik dan nu weer hoor en lees dat Johan "de strijd moet aangaan met zijn ziekte", of "het gevecht moet zien te winnen" ("hij was tenslotte altijd een winnaar", hoorde ik iemand zeggen), dan word ik boos. Johan heeft geen invloed op zijn ziekte, hij is volledig overgeleverd aan de medische wereld. Hoogstwaarschijnlijk zal hij het wel beter weten dan zijn artsen (vrij naar Johan: als je niet bestraalt, kan je geen kankercellen scoren), maar hij zal toch vooral afhankelijk zijn van geluk.
En dat brengt mij bij mijn punt: wanneer en waarom heeft iemand bedacht dat een kankerpatiënt tegen zijn ziekte kan strijden? Ik heb nog nooit iemand iets dergelijks over ms-patiënten of aidslijders horen zeggen. Cruyff heeft daar misschien niets meer aan, maar kunnen we alstublieft ophouden met kankerpatiënten op te zadelen met de taak hun ziekte te overwinnen?
Doodgegaan? Loser dat je bent!


Geen opmerkingen: