donderdag

STRESS(16)

Via Teletalent naar CSN naar KPN BUBC BLCS LSDM (4)

De trein van 17.22 uur zit stampend vol. Omdat ik rook, is er voor mij nog wel een plaatsje. Dat wordt zo meteen in Voorburg weer gezellig, als er nog een stuk of negenenzestig mensen bijkomen.
De man tegenover mij heeft een laptop op zijn lap en een grote tas tussen zijn benen. (Op dit punt zou ik een uitgebreide beschrijving van het vóórkomen van de man kunnen beginnen. Dat lijkt me echter nogal overdreven. Ze zien er namelijk –volgens onze dubieuze westerse maatstaven- wél altijd erg beschaafd uit!). Door zijn tas kan ík mijn benen niet kwijt. Ik moet ze onder de bank hangen, of op het smalle strookje onder de prullenbak proppen. Zijn mobiele telefoon speelt “het Wilhelmus”.

“Hoi Martijn. Ja, ik zit al in de trein. Heb je die zending al geüpdeet?”
“Niet?! Wat is er nu weer?”
“Ze kunnen niet leveren? Één week maximaal hadden we afgesproken!”
“De drieëntwintigste pas? Daar ga ik problemen mee krijgen! Moment Martijn, ik krijg nog een gesprek binnen. Ik bel je zo terug.”
“Goedemiddag, Verhofstad sigarenpletters en papiervernietigervernietigers B.V., met Mart Jan van Hekelen.”
“Ah, mijnheer Tjibbe, ik wou u net gaan bellen. Wat zegt u? Nee hoor, geen problemen. Ik wilde nog even faaintjoenen met u. Nee, ik zit in de trein. Ja hoor, ik kan vrijuit praten. Geen enkel probleem.”
“Pardon?”
“Ja, je moet in deze bisnis altijd bereikbaar zijn hè, wahahahahahahahaaha! Maar uw spulletjes komen gewoon op tijd hoor, neemt u dat maar van mij aan! Waaaahahahahahahaaa!”
“Ja, u ook natuurlijk hoor, tot horens!”
Bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep.
“Martijn? Mart Jan weer hier. Als je morgen bij van Dijk bent, neem dan gelijk een partij pletterhulzen bij Bruinsma mee. Heb je die bila met Wouter al gehad? Wat vond hij van…moment, Elsemiek aan de foon.”
“Hoi lieverd, ja ik ben onderweg. Ik moet alleen nog even langs Amersfoort. Ik ook van jou, doehoeei!”
“Martijn? Ben ik weer, misschien moeten we Maarten even bijpraten over het netwerk. Gisteren kwam ik toch wel erg veel troep…..”

Ja doehoeei!

“Martijn? Met de overbuurman van Mart Jan hier. Ja, ik heb zijn gsm-etje even afgepakt. Heeft die jongen geen kantoor? Totdat er isoleercellen in treinen gebouwd zijn, voor types als Mart Jan, moet hij daar zijn werk maar afmaken, hè? Of thuis, dat kan ook natuurlijk. Nou doehoeei!”

De hele coupé gaat staan –voor zover ze dat al niet deden- en juicht en klapt. Behalve drie heren, die verstoord vanaf hun mobieltjes opkijken.

morgen verder

Geen opmerkingen: