Toen wij uit Utereg vertrokken, vertrokken wij naar Italië. Om zes uur 's morgens, met drie kinderen op de achterbank en de kofferbak afgeladen met korte broeken, bikini's en hansopjes.
In Duitsland was het, zoals zo vaak, hondenweer; maar daar rijd je tenslotte alleen maar doorheen. Zo hard mogelijk. Ik heb zelfs een voorligger een zetje gegeven (moet hij maar doorrijden). Gelukkig had ik geen schade. Die Duitse mijnheer had een gescheurde bumper, maar dat vond hij niet erg. Het was een goede Duitser.
Bij München mistte Maria de afslag naar de rondweg. Ik reed weliswaar - ik rijd altijd- maar je begrijpt dat het haar schuld was. Nee, Maria begreep het ook al niet. Dwars door München heen dan maar, waar de wegen net zo opgebroken zijn als in de rest van Duitsland. Nog even aan Roy Makaay de weg gevraagd ("do ist der autobahn") en met een vertraging van 50 minuten onze weg vervolgd.
Om zeven uur 's avonds kwamen wij aan te Bardolino, aan het altijd prachtige Gardameer. En lekker warm natuurlijk! Korte broeken aan, biertje erbij en hangen op het balkon met uitzicht over het meer. Wel een beetje heiig.
De week daarop hebben we de zon niet veel meer gezien. En de temperatuur had er ook al geen zin in. Wij gelukkig wel; dus gingen we de bergen in naar het plaatsje Molina, waar je een wandeling langs watervallen kunt maken. Het was inderdaad schitterend om al dat water te zien vallen. Helaas kwam het allemaal uit de hemel. Niet echt weer om te wandelen.
Wel lekker gewandeld in het pittoreske Sirmione. Jammer dat ik daar altijd omhoog kijk; op zoek naar dode honden. Dat komt zo: een jaar of zeven geleden viel, in één van de nauwe steegjes, een hondje uit een raam. Dood voor mijn voeten, na een paar angstaanjagende doodskreetjes. Nog angstaanjagender was de eigenaresse, die het woord straattheater nieuw leven inblies. Welk een onbeschrijfelijk leed. Tijdens dezelfde vakantie heb ik op de snelweg (!) richting Trento een hond doodgereden. Dat verzin je toch niet?
fig.1: Geen hond te zien in Sirmione
We zijn ook nog een dagje naar Mantova geweest. Mantova is prachtig gelegen aan de zware industrie. En er is ook nog ergens een prachtig park. Maar daar zijn we niet aan toegekomen, omdat we erg veel moeite hadden het historisch centrum te vinden. Dat is namelijk zo klein, dat je er voortdurend omheen loopt.
De volgende dag om negen uur weer terug naar huis. Dat ging niet echt lekker. Over de eerste 250 kilometer deden we vijf uur.
"Is het nog ver, papa?"
"Ja, José."
"Maar niet zo heeeeeeeeeel erg ver meer, hè papa?"
"We hebben nog maar een klein stukje gereden, José."
"Papa?"
"Ja schat."
"Is het al donker als we thuiskomen?"
"Ja lieverd."
"Maar niet zo heeeeeeeeeeeeel erg donker, hè papa?"
"Ik denk het wel, schat."
"Papa?"
"Wat is er schat?"
"Als we bijna thuis zijn, zeg je het dan tegen mij?"
"Ja hoor."
"Niet vergeten, hè papa?"
"Nee schat."
De rest van de terugreis hebben we gevlogen. Alle Duitsers aan de kant geseind. Gelukkig reed Maria niet meer verkeerd, zodat we om half twaalf thuis waren.
Doodop en hondsmoe. Maar vooral heeeeeeeeeel gelukkig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten