zaterdag

Een kerstverhaal (1)

Harry had het koud. Hij kroop dieper in de kraag van zijn te korte winterjas, waardoor hij de onaangename lucht van tijden niet gewassen in zijn neus kreeg en zijn rug bloot kwam te liggen. Maar zo kon hij wel zijn gezicht warm blazen met slechte adem.

Hij had zich weer afgezonderd, want bij zijn lotgenoten voelde hij zich niet thuis. De winkels waren nog open; mensen kwamen met één, twee, drie of soms zelfs vier tassen naar buiten. Ze zagen hem niet; nou ja, niet als mens, maar als decorstuk. Een dood ding, ja eigenlijk was hij al overleden. Was het maar waar! Dat scheelde weer een hoop werk! Harry was er al maanden mee bezig - met doodgaan - het wilde alleen niet zo lukken. Hij had er ook tijden lang geen lef voor gehad, terwijl de gedachte aan de dood juist zo rustgevend was. Hij werd toch voor niets wakker; niemand die op hem wachtte, niemand die zich met hem bezig hield, niemand - hijzelf ook niet - die van hem hield. Op Wim na dan, dat was de enige bij wie hij terecht kon voor een praatje en een kopje koffie. En hoe goed kende hij Wim nou helemaal? Vroeger hadden ze bijna naast elkaar gewoond en vroegen ze "Hé buur, alles goed?" en "Hoe is het met de kids?" aan elkaar. Meer niet.

De Azalealaan, vlakbij het park. Het lag allemaal zo ver achter hem, zo onbereikbaar. Zijn vrouw, zijn kinderen, zijn bed, de televisie, de buren en de rest van zijn leven.
Elke dag zat hij zo te mijmeren over vroeger. Vroeger; dat was nog geen zestien maanden geleden!

Hij had een mooie baan bij KPN, als monteur in zijn eigen regio en was gelukkiger dan hij zich toen ooit had kunnen voorstellen. Harry klaagde over van alles en nog wat, zoals elke rechtgeaarde Nederlander, maar dat deed hij eigenlijk omdat dat wel leuk was - klagen - en vooral omdat hij zo gelukkig was, wist hij nu.

wordt vervolgd


Geen opmerkingen: