donderdag

STRESS(18)

Via Teletalent naar CSN naar KPN BUBC BLCS LSDM (6)

Wat vooraf ging:

Onze jonge held, Henk B. te U., gaat bij zijn outplacementconsulente tegen de vlakte. Hij blijkt zo’n watje met STRESS-klachten! Vlak daarvoor is hij, na 8 jaar noeste arbeid, zijn baan als magazijnmedewerker kwijtgeraakt. Jaren van slapeloze nachten en psychosomatische pijntjes volgen. En talloze uitzendbaantjes en geestelijk geschoolde hulpverleners. Ook daar wordt Henk niet vrolijk van.
Na een jaar of zes helpen het arbeidsbureau en Henk’s IQ hem aan een baan in de telecommunicatie. Ook daar gaat het (bedrijfs)leven hem niet goed af. Het is toch wat met die jongen.
We komen binnen in zijn verhaal, op het moment dat hij een zware reis vanuit zijn werk achter de rug heeft.

Nee, de reistijd is voor mij niet noodzakelijkerwijs een stimulerende en/of rustgevende factor. Helaas doen zich op mijn werk ook steeds meer frustrerende zaken voor. Een paar voorbeeldjes:

    · Als configuratiebeheerder (dat ben ik dus) wordt je geacht van de kladjes en propjes spijkerschrift van de monteurs, relevante informatie te maken. Want daarmee moet gefactureerd kunnen worden. Ik maan de monteurs dan ook vaak aan om iets zorgvuldiger werk af te leveren. Helaas ben ik daar de enige in. Natuurlijk vraag ik daar wel om, maar het management weigert me voldoende te steunen.

    · In de loop van de tijd verlaten steeds meer ervaren medewerkers de zaak, gefrustreerd door het gebrek aan steun en erkenning door het management. Met als gevolg dat steeds meer gewicht op de overladen schouders van de achterblijvers komt. Die moeten dan ook nog dat stelletje van de straat geplukte nieuwkomers in gaan werken.

    · Henk krijgt hulp, want Henk heeft het druk. Krijgt Henk goede hulp? Nee, Henk krijgt onervaren prutsers zonder relevante kennis van telefonie. Maar die gaan na hun proefperiode toch weer magazijnwerk doen zeker? Nee, die blijven gezellig bij Henk alles fout doen zodat Henk alles kan gaan zitten verbeteren.

    · Een werkoverleg van mijn afdeling (Tactisch Beheer, klinkt belangrijk hè?) begint altijd minimaal 15 minuten te laat, omdat mijn manager zich niet los kan rukken van zijn ontzettend belangwekkende werkzaamheden. Ik noem dat minachting van de medewerkers en besluit om, nadat ik mijn manager op zijn verantwoordelijkheden heb gewezen, voortaan na 10 minuten wachten de vergaderruimte te verlaten en aan het werk te gaan.

    · De bekertjes van het koffieapparaat zijn veel te vaak op.

Morgen (?) verder

dinsdag

Beste STRESS-liefhebbers

Henk is al(weer) een paar dagen goed ziek.
Maar hij gaat vast weer snel aan de slag.
Hij mag alweer rechtop zitten en pap eten.

vrijdag

STRESS(17)

Via Teletalent naar CSN naar KPN BUBC BLCS LSDM (5)

Een dame in het bankje naast het mijne wil wel een superheldenpak voor mij breien. Superheld; zou dat iets voor mij zijn? Superreiziger, de held die opkomt voor slachtoffers van onrecht en asociaal gedrag in het openbaar vervoer. “Is he on the bus? Is he on the train? Is he in the plane? Yes, it’s supertraveller!”
Leuk idee, maar toch maar niet doen. Zo’n gebreid pakje kriebelt te veel.

De trein arriveert met vier minuten vertraging in Utrecht. Omdat ik mijn bus graag wil halen, ben ik alvast naar de uitgang gelopen, begeleid door twee reizigers, die mij graag willen assisteren bij eventueel onheil. De trein komt zuchtend, piepend en krakend tot stilstand; het is één van zijn manieren om te protesteren tegen het gebrekkige onderhoud. Net als de automatische noodstop, deuren gaan niet open, deuren gaan niet dicht, weigering om te koppelen enzovoort.
Dit keer gaan de deuren wel open. De jongeman die direct naar binnen probeert te glippen wordt, door mijn vriend de conducteur, vakkundig in elkaar geslagen. Mijn bodyguards duwen het mens, dat met haar imposante gestalte mijn uitstappen probeert te voorkomen, aan de kant en geven haar een preek over normen en waarden, waar Jan Peter B. nog een puntje aan kan zuigen. Dan loop ik snel naar de roltrap. “De wachttijd voor de roltrap op perron 11B bedraagt momenteel circa 6 minuten”, wordt er omgeroepen. Het zijn Bep en Truus die, kwebbelend naast elkaar staand op een trede, de doorstroming tegenhouden. De nieuwe schoenen van Angela moeten onmiddellijk besproken, want véél belangrijker dan de aansluitende bus of trein van de op hen wachtende andere reizigers. Als ik boven aankom, hoor ik dat ze van de roltrapbrigade een stationsverbod van een jaar hebben gekregen.
In de stromende regen loop ik het streekbusperron op, nog nét op tijd om mijn bus weg te kunnen zien rijden.

Natuurlijk, “De Reis” verloopt ook wel eens wat soepeler, maar is voor mij wél bijna altijd een bron voor een overdaad aan STRESS!

morgen verder

donderdag

STRESS(16)

Via Teletalent naar CSN naar KPN BUBC BLCS LSDM (4)

De trein van 17.22 uur zit stampend vol. Omdat ik rook, is er voor mij nog wel een plaatsje. Dat wordt zo meteen in Voorburg weer gezellig, als er nog een stuk of negenenzestig mensen bijkomen.
De man tegenover mij heeft een laptop op zijn lap en een grote tas tussen zijn benen. (Op dit punt zou ik een uitgebreide beschrijving van het vóórkomen van de man kunnen beginnen. Dat lijkt me echter nogal overdreven. Ze zien er namelijk –volgens onze dubieuze westerse maatstaven- wél altijd erg beschaafd uit!). Door zijn tas kan ík mijn benen niet kwijt. Ik moet ze onder de bank hangen, of op het smalle strookje onder de prullenbak proppen. Zijn mobiele telefoon speelt “het Wilhelmus”.

“Hoi Martijn. Ja, ik zit al in de trein. Heb je die zending al geüpdeet?”
“Niet?! Wat is er nu weer?”
“Ze kunnen niet leveren? Één week maximaal hadden we afgesproken!”
“De drieëntwintigste pas? Daar ga ik problemen mee krijgen! Moment Martijn, ik krijg nog een gesprek binnen. Ik bel je zo terug.”
“Goedemiddag, Verhofstad sigarenpletters en papiervernietigervernietigers B.V., met Mart Jan van Hekelen.”
“Ah, mijnheer Tjibbe, ik wou u net gaan bellen. Wat zegt u? Nee hoor, geen problemen. Ik wilde nog even faaintjoenen met u. Nee, ik zit in de trein. Ja hoor, ik kan vrijuit praten. Geen enkel probleem.”
“Pardon?”
“Ja, je moet in deze bisnis altijd bereikbaar zijn hè, wahahahahahahahaaha! Maar uw spulletjes komen gewoon op tijd hoor, neemt u dat maar van mij aan! Waaaahahahahahahaaa!”
“Ja, u ook natuurlijk hoor, tot horens!”
Bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep bliep.
“Martijn? Mart Jan weer hier. Als je morgen bij van Dijk bent, neem dan gelijk een partij pletterhulzen bij Bruinsma mee. Heb je die bila met Wouter al gehad? Wat vond hij van…moment, Elsemiek aan de foon.”
“Hoi lieverd, ja ik ben onderweg. Ik moet alleen nog even langs Amersfoort. Ik ook van jou, doehoeei!”
“Martijn? Ben ik weer, misschien moeten we Maarten even bijpraten over het netwerk. Gisteren kwam ik toch wel erg veel troep…..”

Ja doehoeei!

“Martijn? Met de overbuurman van Mart Jan hier. Ja, ik heb zijn gsm-etje even afgepakt. Heeft die jongen geen kantoor? Totdat er isoleercellen in treinen gebouwd zijn, voor types als Mart Jan, moet hij daar zijn werk maar afmaken, hè? Of thuis, dat kan ook natuurlijk. Nou doehoeei!”

De hele coupé gaat staan –voor zover ze dat al niet deden- en juicht en klapt. Behalve drie heren, die verstoord vanaf hun mobieltjes opkijken.

morgen verder

woensdag

STRESS(15)

Via Teletalent naar CSN naar KPN BUBC BLCS LSDM (3)

En toch ging het weer fout. Waar en waarom? Laat ik beginnen met “De Reis”.
Voordat ik bij CSN werkte, ging ik altijd op de fiets naar mijn werk. Tien minuten tot een half uur, verder weg was het nooit. Nu ging ik met de fiets of de bus (als het regende), dan de trein van Utrecht CS naar Den Haag en daarna met de tram naar Leidsendam. Zoals gezegd, drie uur heen en weer. Op zich niet leuk, maar je went er wel een beetje aan. Waar had ik dan zo’n moeite mee? Nou eh.

Zes uur vijfentwintig; ik heb de wekker al twee keer op repeteren gezet en moet er nu echt uit.
Koffie drinken, shaggie roken en om zeven voor zeven als een speer de deur uit om de bus van vijf vóór niet te missen. Die komt meestal pas om drie of vier óver zeven, behalve als ik om zés voor bij de bushalte aankom. Dan is hij natuurlijk al weg!
De bus is vol. Er zijn nog wel een stuk of vijf zitplaatsen vrij, maar die worden zo onbereikbaar mogelijk gemaakt door mensen die ernaast zitten. Een tas op de vrije stoel, of zitten aan het gangpad. Veel mensen blijven daarom maar staan. Die hebben geen zin om te vragen of ze asjeblieft mogen zitten! En ik mag hangen als het niet waar is, het zijn altijd dezelfde asociale randdebielen waaraan ík dan vraag: “Wilt U die tas even weghalen?”

Omdat de bus weer laat is, moet ik op het station sprinten voor de trein van 7.17 uur. Heerlijk, een bijna lege coupé, het hoogtepunt van de reis van vandaag. Op Den Haag Centraal zie je tien minuten lang de lijnen 2 en 6 je perron op rijden. Jij wacht op 3 of 7.
Om 8.29 arriveert jouw tram uiteindelijk op winkelcentrum Leidschenhage, jouw eindbestemming en werkplek.

17.00 uur, de thuisreis begint. In de tram word je ongewild geconfronteerd met het volgende gesprek:
“Met Harry.”
Korte pauze.
“Ja, ik heb het gezien. Hadden we daar niet eerst over kunnen praten? Wat zeg je?”
Hele korte pauze.
“Ík ben een lul? Nee, maar jij bent lekker bezig geweest moet je zeggen! Klerewijf! Ja, natuurlijk krijg ík weer de schuld van die ruzie! Nee, je moeder had eens een keer haar grote mond moeten houden!”
Pauze.
“Een advocaat? Loop je nou niet een beetje érg hard van stapel? Ik hou toch van je?”
“De volgende halte is Den Haag Centraal Station.”

morgen verder

dinsdag

STRESS(14)

Via Teletalent naar CSN naar KPN BUBC BLCS LSDM (2)

De eerste weken voelde ik mij vooral erg ongemakkelijk. Je hebt geen vaste werkplek, je wordt door allerlei mensen ingewerkt, je schuift bij iedereen aan en daardoor kreeg ik het gevoel dat ik mensen vooral tot last was.
Maria vond het vreemd dat ik niet met enthousiaste verhalen thuiskwam. Maar overdag moest ik van mezelf al zo vaak in extase raken, als een collega mij over de Ericson 5510 centrale vertelde of over de onbegrensde mogelijkheden van “Support Magic” (het bedrijfscomputerprogramma), dat ik dat ’s avonds bij mijn vrouw niet meer op kon brengen.
Na een paar maanden ging alles steeds beter. Met voldoende vakkennis en -kunde gaat het natuurlijk allemaal een stuk makkelijker. Ik bleek talent te hebben voor het computerprogramma en kreeg daar lol in (!), ik had veel leuke collegae en –vooral in “het rookhok”- viel er erg veel te lachen. Daar kregen wij leuke ideeën voor de helpdesk:

    · “Momenteel zitten al onze medewerkers in het rookhok. Probeert u het later nog eens.”
    · “Uw telefoon doet het niet? Wat is dat, een telefoon?”
    · “U wilt de heer Krapsnor spreken? Momentje, hij is bezig met het laatste couplet van de bereboot.”

Er was wel één ding, waarover ik mij bleef verbazen. Iedereen werkte te lang door. Volgens mij was het bij een aantal collegae een sport om zo laat mogelijk naar huis te gaan. Ongelofelijk wat een smoezen ze verzonnen om maar niet naar huis te hoeven. En dan vlak voor ze naar huis gingen nog even snel een belangwekkend mailtje rondsturen, om iedereen te laten zien hoe laat ze er nog waren! Één collega (naam bekend bij redactie) gebruikte thuis alleen zijn tandenborstel en zijn bed.

Terugkijkend denk ik dat, stresskundig gezien, dat eerste jaar bij CSN voor mij de beste periode van de afgelopen 11 jaar was. De omstandigheden waren blijkbaar goed voor mij, want:
    · Voldoende gezelligheid en humor
    · Een behoorlijke mate van vrijheid en zelfstandigheid
    · Collegialiteit
    · Weinig formele verplichtingen
    · Ik had een baan waarin ik kon groeien en mijn grenzen kon verleggen

morgen verder

dinsdag

STRESS(13)

Via Teletalent naar CSN naar KPN BUBC BLCS LSDM (1)

Mijn arbeidsconsulente had gelijk wel iets leuks voor me, zei ze. Misschien was dat wel wat voor mij, dacht ze. Telecommunicatiebeheerder, moest ik dat niet eens proberen? Als ik aangenomen werd kreeg ik een interne opleiding. Dat was handig, toch?
Je voelt jezelf een ouwe zeur, maar ik wist het niet. Zou ik van de ene op de andere dag zomaar ineens telecommunicatiebeheerder worden? Wat was dat eigenlijk, telecommunicatiebeheerder? Omdat ik niet ondankbaar wilde lijken, zei ik zo enthousiast mogelijk ja.

Een week later kon ik op gesprek komen bij “Teletalent”. Ik had mezelf goed voorbereid, maar de directeur met wie ik het gesprek had, zag het duidelijk niet met mij zitten. Hij twijfelde aan mijn motivatie! Zijn assistent was echter overtuigd van mijn kwaliteiten en goede bedoelingen en dus werd ik aangenomen.

En zo zat ik, augustus 1997, ineens weer in de schoolbanken. In drie maanden tijd, vijf dagen in de week, gingen ze mij leren hoe ik voor bedrijven de telefonie moest beheren. Dat was afzien. Ik vond de helft van mijn medestudenten gestoord, driekwart van de “modules” oninteressant en bijna alle dagen te lang. Maar ik wist waar ik het voor deed! Geloof ik.
In november slaagde ik voor de test en werd ik, met mijn medestudent Antoine, als stagiair in Leidsendam geplaatst. Wel eerst weer een sollicitatiegesprek. Maar dit was een leuke, want degene die ons aan moest nemen was nerveuzer dan wij. Hij mocht blij zijn dat we hem als manager wilden accepteren; vonden wij. Een paar weken na het begin van onze stageperiode kregen we al een contract aangeboden, om bij CSN (Communication Solutions Nederland) in vaste dienst te komen. We hadden het eerste salaris van “Teletalent” nog niet eens ontvangen! Ons contract met ”Teletalent” werd gewoon even afgekocht.

Het was erg wennen bij CSN. Iedereen was vréselijk druk en ongelófelijk enthousiast. Werken met het bedrijfscomputerprogramma viel niet mee. De heen- en terugweg naar Utrecht duurde drie uur. Maar alleen als de NS meewerkten!

morgen verder

maandag

STRESS-REACTIE

De drie weken waarin mijn STRESS-verhaal op de site staat, hebben mij meer reacties opgeleverd dan het half jaar daarvoor. Ik wil iedereen hartelijk danken voor de -meestal positieve- reacties.
Veel mensen willen weten of het verhaal autobiografisch is. Dat is dus inderdaad het geval.
Hoe verder mijn verhaal vordert, des te vaker vraag ik mij af wat ik wel en niet wil vertellen. Daarbij probeer ik met het volgende rekening te houden:
    - Het moet geen zielig verhaal worden.
    - Willen anderen dit weten?
    - Moeten anderen dit weten?
    - Het leven blijft leuk als je het blijft relativeren.
Het kost me wel steeds meer moeite om, rekening houdend met bovenstaande, het verhaal af te maken.
Vanaf morgen ga ik weer een poging wagen!