Je kent dat wel. Zo'n groepje (ex)collega's dat eens in de zoveel tijd met elkaar uit eten gaat. Daar hebben wij ook last van. Wij doen het met zijn achten, al een jaar of vijf, zeven. De één is nog anders dan de ander anders is. Andere karakters, woonplaatsen, overtuigingen, huidskleuren, samenlevingsvormen, levensvormen, maar allemaal zin om twee of drie keer per jaar over die goeie ouwe tijd te mijmeren. En die goeie ouwe tijd was bij CSN en KPN in Leidschendam, 'of all places'. En we bellen nooit.
Enige puntje van verbetering is het maken van de afspraak. Dat gaat (niet zo goed) per mail.
Gemiddeld zijn er 1767 mailtjes nodig (hoewel; nódig zijn de meeste niet) om tot een afspraak te komen. Het grootste probleem is meestal de datum. Vraag me niet hoe het kan, maar het is altijd de schuld van de datum. Of hij is te vroeg, of hij is (je raadde het al) te laat, te ongelukkig komt ook vaak voor en bijna altijd is hij ongeschikt. Data? Nooit aan beginnen! De discussie over het beste voedsel loopt ondertussen gezellig mee.
Als er dan na een week of wat en een mailwisseling of 620 een dag wat minder lastig is gebleken slaat het noodlot toe. De cavia wordt ongesteld.
Nu hebben wij een prachtige spreuk binnen onze club en die luidt: "eten voor allen, allen voor eten!" Dus als er iemand verhinderd is, gaan we (meestal) niet. Lekker dan.
Twee van de leden bekijken het dan ook allemaal rustig vanaf de zijlijn en wachten af tot de grote dag is gekomen. Daar zie je nooit een mailbericht van verschijnen. Zij maken zich niet druk, terwijl Henkie en viereneenhalve (ex)collega zich inspannen om een nieuwe datum en locatie te prikken. En díe zijn lastig; dat weten we inmiddels. Had ik al verteld dat er zelfs Ajax-supporters binnen onze vereniging getolereerd worden? Die willen nog geen training van de C-jeugd overslaan.
Maar als onze peecees oververhit zijn van de overuren, komt er op een mooie dag toch weer witte rook uit: we hebben een datum!
Op de twaalfde van aanstaande november gaat het gebeuren bij een anonieme Griek in een centraal gelegen stad. We zullen weer één zijn als nooit tevoren en de obers terroriseren met onzinnige bestellingen en ingewikkelde afrekeningen We gaan te veel eten, te veel drinken, lachen, te veel collegae van vroeger beschimpen, te veel overdrijven over hoe leuk het vroeger wel/niet was en te vroeg naar huis. Want dát blijft meestal de overheersende gedachte na een avondje samen: we hebben eigenlijk geen zin om afscheid te nemen en hadden een hotel moeten boeken!
Nou ja, dan prikken we toch gewoon even een nieuwe datum!
zaterdag
maandag
Brainstormen
Zo noemden wij dat vroeger; brainstormen. Je gooide alles wat min of meer relevant was (met het onderwerp) in de groep. Die groep was je schoolklas, de groep HBO-studenten of de groep schyzofrene-lijmsnuivers-in-therapie.
Op die manier kun je ook een stukje gaan schrijven. Je gaat achter je toetsenbordje zitten en duwt min of meer willekeurig toetsen in, omdat jouw brain dat graag wil. Daarbij is het belangrijk dat je jezelf niet de tijd geeft om na te denken, maar de gedachten die door je hoofd heen flitsen onmiddellijk aan je beeldscherm toevertrouwd.
Ik kan dat niet. Nou ja, ik zou het wel kunnen doén, maar van de brei die op schrift zou verschijnen kan een normaal denkend mens geen chocolade maken. Zelfs geen koude. Echt niet.
fig1: De weke delen zitten bovenin (1)
Is dat erg, lieve lezers? Nee, dat is niet erg. Wel lastig.
Dit verschijnsel doet zich bij mij namelijk niet alleen achter mijn peeceetje voor. Als ik sta te koken, krioelt het in mijn hersenpan ook van de losse gedachten. Ik zal jullie niet vermoeien met de aard van de gedachten, maar ik kan je wel vertellen dat het een hoop losse snippers zijn, die door elkaar heen waaien. Je zou kunnen zeggen dat het een beetje stormt in mijn hoofd.
En dat is lastig.
Ik heb last van brainstormen.
Is er een dokter in de leeszaal?
Op die manier kun je ook een stukje gaan schrijven. Je gaat achter je toetsenbordje zitten en duwt min of meer willekeurig toetsen in, omdat jouw brain dat graag wil. Daarbij is het belangrijk dat je jezelf niet de tijd geeft om na te denken, maar de gedachten die door je hoofd heen flitsen onmiddellijk aan je beeldscherm toevertrouwd.
Ik kan dat niet. Nou ja, ik zou het wel kunnen doén, maar van de brei die op schrift zou verschijnen kan een normaal denkend mens geen chocolade maken. Zelfs geen koude. Echt niet.
fig1: De weke delen zitten bovenin (1)
Is dat erg, lieve lezers? Nee, dat is niet erg. Wel lastig.
Dit verschijnsel doet zich bij mij namelijk niet alleen achter mijn peeceetje voor. Als ik sta te koken, krioelt het in mijn hersenpan ook van de losse gedachten. Ik zal jullie niet vermoeien met de aard van de gedachten, maar ik kan je wel vertellen dat het een hoop losse snippers zijn, die door elkaar heen waaien. Je zou kunnen zeggen dat het een beetje stormt in mijn hoofd.
En dat is lastig.
Ik heb last van brainstormen.
Is er een dokter in de leeszaal?
zondag
Recent Onderzoek
Uit recent onderzoek is gebleken, dat er in het derde kwartaal van 2004 meer dan 59.000 onderzoeken gedaan zijn. Wat mij betreft verontrustende cijfers. In het derde kwartaal van 2003 kwam men niet verder dan 47.456 stuks onderzoek.
In de meeste gevallen ging het om oud onderzoek in een nieuw jasje. Of om nieuw onderzoek dat popelde om uitgevoerd te worden. Dit laatste (?) levert vaak verbijsterende resultaten op.
Zo is er onlangs onderzoek gedaan naar het gewicht van Amerikanen en Fransen. De onderzoekers vroegen zich af hoe het komt, dat Amerikanen gemiddeld zwaarder zijn dan Fransen. De conclusies van dit rapport logen er niet om. Volgens het onderzoeksteam is onomstotelijk vast komen te staan, dat dit te maken heeft met de eetgewoontes in zowel de V.S. als in Frankrijk. Jawel, daar word je toch even stil van, hè? Men ging zelfs zo ver te stellen dat er een verband is tussen de hoeveelheid ingenomen voedsel en het gewicht van de onderzochte bevolkingsgroepen. Let wel: hoe méér je eet, hoe zwáárder je wordt!
Van dit soort onderzoeken lust ík dus kilo's pap.
Uit recent ánder onderzoek is verder gebleken:
In de meeste gevallen ging het om oud onderzoek in een nieuw jasje. Of om nieuw onderzoek dat popelde om uitgevoerd te worden. Dit laatste (?) levert vaak verbijsterende resultaten op.
Zo is er onlangs onderzoek gedaan naar het gewicht van Amerikanen en Fransen. De onderzoekers vroegen zich af hoe het komt, dat Amerikanen gemiddeld zwaarder zijn dan Fransen. De conclusies van dit rapport logen er niet om. Volgens het onderzoeksteam is onomstotelijk vast komen te staan, dat dit te maken heeft met de eetgewoontes in zowel de V.S. als in Frankrijk. Jawel, daar word je toch even stil van, hè? Men ging zelfs zo ver te stellen dat er een verband is tussen de hoeveelheid ingenomen voedsel en het gewicht van de onderzochte bevolkingsgroepen. Let wel: hoe méér je eet, hoe zwáárder je wordt!
Van dit soort onderzoeken lust ík dus kilo's pap.
Uit recent ánder onderzoek is verder gebleken:
- Dat tv-reclames voor maandverband en tampons, waspoeder en shampoo door de kijker als significant irritanter worden ervaren dan andere spotjes.
- Dat de Betuwelijn te duur (en overbodig) is.
- Dat de meeste Palestijnen niet op Sharon stemmen.
- Dat het af/uitstellen van doktersbezoek niet goed is voor de gezondheid.
- Dat computerspelletjes en SBS6 geestdodend zijn.
- Dat de kijkcijfers van en de waardering voor 'Het Woord van Henk' best meevallen.
Bij deze deel ik jullie mede dat ik morgen een onderzoeksbureautje start. Als een opdracht vóór 12.00 uur binnen is, lever ik in de loop van de middag de resultaten!
donderdag
Honde(n)weer
Toen wij uit Utereg vertrokken, vertrokken wij naar Italië. Om zes uur 's morgens, met drie kinderen op de achterbank en de kofferbak afgeladen met korte broeken, bikini's en hansopjes.
In Duitsland was het, zoals zo vaak, hondenweer; maar daar rijd je tenslotte alleen maar doorheen. Zo hard mogelijk. Ik heb zelfs een voorligger een zetje gegeven (moet hij maar doorrijden). Gelukkig had ik geen schade. Die Duitse mijnheer had een gescheurde bumper, maar dat vond hij niet erg. Het was een goede Duitser.
Bij München mistte Maria de afslag naar de rondweg. Ik reed weliswaar - ik rijd altijd- maar je begrijpt dat het haar schuld was. Nee, Maria begreep het ook al niet. Dwars door München heen dan maar, waar de wegen net zo opgebroken zijn als in de rest van Duitsland. Nog even aan Roy Makaay de weg gevraagd ("do ist der autobahn") en met een vertraging van 50 minuten onze weg vervolgd.
Om zeven uur 's avonds kwamen wij aan te Bardolino, aan het altijd prachtige Gardameer. En lekker warm natuurlijk! Korte broeken aan, biertje erbij en hangen op het balkon met uitzicht over het meer. Wel een beetje heiig.
De week daarop hebben we de zon niet veel meer gezien. En de temperatuur had er ook al geen zin in. Wij gelukkig wel; dus gingen we de bergen in naar het plaatsje Molina, waar je een wandeling langs watervallen kunt maken. Het was inderdaad schitterend om al dat water te zien vallen. Helaas kwam het allemaal uit de hemel. Niet echt weer om te wandelen.
Wel lekker gewandeld in het pittoreske Sirmione. Jammer dat ik daar altijd omhoog kijk; op zoek naar dode honden. Dat komt zo: een jaar of zeven geleden viel, in één van de nauwe steegjes, een hondje uit een raam. Dood voor mijn voeten, na een paar angstaanjagende doodskreetjes. Nog angstaanjagender was de eigenaresse, die het woord straattheater nieuw leven inblies. Welk een onbeschrijfelijk leed. Tijdens dezelfde vakantie heb ik op de snelweg (!) richting Trento een hond doodgereden. Dat verzin je toch niet?
fig.1: Geen hond te zien in Sirmione
We zijn ook nog een dagje naar Mantova geweest. Mantova is prachtig gelegen aan de zware industrie. En er is ook nog ergens een prachtig park. Maar daar zijn we niet aan toegekomen, omdat we erg veel moeite hadden het historisch centrum te vinden. Dat is namelijk zo klein, dat je er voortdurend omheen loopt.
De volgende dag om negen uur weer terug naar huis. Dat ging niet echt lekker. Over de eerste 250 kilometer deden we vijf uur.
"Is het nog ver, papa?"
"Ja, José."
"Maar niet zo heeeeeeeeeel erg ver meer, hè papa?"
"We hebben nog maar een klein stukje gereden, José."
"Papa?"
"Ja schat."
"Is het al donker als we thuiskomen?"
"Ja lieverd."
"Maar niet zo heeeeeeeeeeeeel erg donker, hè papa?"
"Ik denk het wel, schat."
"Papa?"
"Wat is er schat?"
"Als we bijna thuis zijn, zeg je het dan tegen mij?"
"Ja hoor."
"Niet vergeten, hè papa?"
"Nee schat."
De rest van de terugreis hebben we gevlogen. Alle Duitsers aan de kant geseind. Gelukkig reed Maria niet meer verkeerd, zodat we om half twaalf thuis waren.
Doodop en hondsmoe. Maar vooral heeeeeeeeeel gelukkig!
In Duitsland was het, zoals zo vaak, hondenweer; maar daar rijd je tenslotte alleen maar doorheen. Zo hard mogelijk. Ik heb zelfs een voorligger een zetje gegeven (moet hij maar doorrijden). Gelukkig had ik geen schade. Die Duitse mijnheer had een gescheurde bumper, maar dat vond hij niet erg. Het was een goede Duitser.
Bij München mistte Maria de afslag naar de rondweg. Ik reed weliswaar - ik rijd altijd- maar je begrijpt dat het haar schuld was. Nee, Maria begreep het ook al niet. Dwars door München heen dan maar, waar de wegen net zo opgebroken zijn als in de rest van Duitsland. Nog even aan Roy Makaay de weg gevraagd ("do ist der autobahn") en met een vertraging van 50 minuten onze weg vervolgd.
Om zeven uur 's avonds kwamen wij aan te Bardolino, aan het altijd prachtige Gardameer. En lekker warm natuurlijk! Korte broeken aan, biertje erbij en hangen op het balkon met uitzicht over het meer. Wel een beetje heiig.
De week daarop hebben we de zon niet veel meer gezien. En de temperatuur had er ook al geen zin in. Wij gelukkig wel; dus gingen we de bergen in naar het plaatsje Molina, waar je een wandeling langs watervallen kunt maken. Het was inderdaad schitterend om al dat water te zien vallen. Helaas kwam het allemaal uit de hemel. Niet echt weer om te wandelen.
Wel lekker gewandeld in het pittoreske Sirmione. Jammer dat ik daar altijd omhoog kijk; op zoek naar dode honden. Dat komt zo: een jaar of zeven geleden viel, in één van de nauwe steegjes, een hondje uit een raam. Dood voor mijn voeten, na een paar angstaanjagende doodskreetjes. Nog angstaanjagender was de eigenaresse, die het woord straattheater nieuw leven inblies. Welk een onbeschrijfelijk leed. Tijdens dezelfde vakantie heb ik op de snelweg (!) richting Trento een hond doodgereden. Dat verzin je toch niet?
fig.1: Geen hond te zien in Sirmione
We zijn ook nog een dagje naar Mantova geweest. Mantova is prachtig gelegen aan de zware industrie. En er is ook nog ergens een prachtig park. Maar daar zijn we niet aan toegekomen, omdat we erg veel moeite hadden het historisch centrum te vinden. Dat is namelijk zo klein, dat je er voortdurend omheen loopt.
De volgende dag om negen uur weer terug naar huis. Dat ging niet echt lekker. Over de eerste 250 kilometer deden we vijf uur.
"Is het nog ver, papa?"
"Ja, José."
"Maar niet zo heeeeeeeeeel erg ver meer, hè papa?"
"We hebben nog maar een klein stukje gereden, José."
"Papa?"
"Ja schat."
"Is het al donker als we thuiskomen?"
"Ja lieverd."
"Maar niet zo heeeeeeeeeeeeel erg donker, hè papa?"
"Ik denk het wel, schat."
"Papa?"
"Wat is er schat?"
"Als we bijna thuis zijn, zeg je het dan tegen mij?"
"Ja hoor."
"Niet vergeten, hè papa?"
"Nee schat."
De rest van de terugreis hebben we gevlogen. Alle Duitsers aan de kant geseind. Gelukkig reed Maria niet meer verkeerd, zodat we om half twaalf thuis waren.
Doodop en hondsmoe. Maar vooral heeeeeeeeeel gelukkig!
woensdag
Kent u die uitdrukking?
'Het is weer voorbij'. Kent u die uitdrukking, dames en heren? 'Het is weer voorbij', of 'het zit er weer op', zoals sommige mensen zeggen.
Ik moest daar van de week aan denken toen ik over de straatweg fietste. Langs het kanaal zat een jonge vrouw. Haar lange, blonde haren waren nat van de regen. Over haar vuurrode wangen rolden regendruppels en tranen. Ook haar kleren waren nat en ik zag dat ze het koud had.
"Wat sta je daar te doen, viespeuk? Opzouten, ouwe gek!" Uit haar woorden maakte ik op dat ze in een slechte bui was. Ik vertelde dat ik gezien had dat ze het ergens moeilijk mee had en vroeg haar of ik naast haar mocht komen zitten."Als je maar van me afblijft", blafte ze.
Nadat ik haar op haar gemak gesteld had, deed ze haar verhaal.
"Het seizoen is nog maar nauwelijks begonnen en nu is het alweer voorbij. Het eind van het seizoen maakt me altijd zo triest."
Ik besloot haar mee naar huis te nemen, zodat ze droog en warm kon worden. M'n vrouw Geurtie was met vriendinnen de stad in.
'Ik droom elk jaar weer over hoe mooi het dit jaar allemaal gaat worden, dominee Bongers. De clubleden zijn allemaal aardig voor me, het weer is altijd geweldig, m'n pakjes staan me allemaal goed, ik win alle toernooien waar ik aan meedoe en de bar is altijd langer open in mijn dromen. Nog voordat ik een droom bereikt heb, is het seizoen weer voorbij."
Een droom die maar niet wil uitkomen. Heeft u dat ook wel eens, dames en heren? Je wilt zo graag een keer die eerste prijs met de bingo, maar je gaat altijd weer met de pollepelset naar huis. Je wilt zo graag die baan van je manager, maar je wordt elk jaar weer overcompleet verklaard. Je wilt dat toernooi zo graag een keer winnen, maar je moet al in de eerste ronde opgeven met rugklachten. Een droom die maar niet uit wil komen.
Is dat erg, lieve mensen? Is het erg als je maar niet kunt bereiken waar je zo naar verlangt? Is het erg als je kansen weer voorbij zijn aan het eind van het seizoen? Ja, ja hè, dat is heel erg. Je hebt het weer niet gered, je durfde weer die berg niet te beklimmen, je hebt weer niet tegen dat clublid gezegd dat je van hem of haar houd. Het is erg om je dromen niet te verwezenlijken.
Of toch niet? Is het juist niet erg om nog dromen te houden. Nee, nee, nee hè! Er liggen juist nog mogelijkheden, uitdagingen, kansen waarvoor je kunt gaan.
Ik keek naar de vrouw, deze vrouw der vrouwen, deze mens der mensen. Ze keek mij vragend aan. Haar ogen eisten een antwoord, haar lippen vervloekten mijn positieve houding.
"Nou, vertel op, wat moet ik nu? Hoe moet ik verder?", vroeg ze.
"Doe wat minder je best", zei ik. "Wees niet te veeleisend voor jezelf en je medemensen, leg de lat wat lager, kijk niet te veel naar morgen, durf vandaag te leven en te genieten. Neem de dingen zoals ze komen. Als je al je dromen hebt vervuld, blijft er niets meer te wensen over. Alleen dromen van vroeger rest dan nog."
"Ja", zei de vrouw, "ik ga nu genieten. Ik ga niet wachten op morgen.Trek je kleren maar uit dominee Bongers, we gaan wilde sex beleven." Ik dacht aan mijn vrouw Geurtie en twijfelde toch even. Ook een dominee is maar een mens.
Ik wens u nog een prettig seizoeneinde, een fijne winter en een smakelijke maaltijd, met spekjes en uitjes...........
Ik moest daar van de week aan denken toen ik over de straatweg fietste. Langs het kanaal zat een jonge vrouw. Haar lange, blonde haren waren nat van de regen. Over haar vuurrode wangen rolden regendruppels en tranen. Ook haar kleren waren nat en ik zag dat ze het koud had.
"Wat sta je daar te doen, viespeuk? Opzouten, ouwe gek!" Uit haar woorden maakte ik op dat ze in een slechte bui was. Ik vertelde dat ik gezien had dat ze het ergens moeilijk mee had en vroeg haar of ik naast haar mocht komen zitten."Als je maar van me afblijft", blafte ze.
Nadat ik haar op haar gemak gesteld had, deed ze haar verhaal.
"Het seizoen is nog maar nauwelijks begonnen en nu is het alweer voorbij. Het eind van het seizoen maakt me altijd zo triest."
Ik besloot haar mee naar huis te nemen, zodat ze droog en warm kon worden. M'n vrouw Geurtie was met vriendinnen de stad in.
'Ik droom elk jaar weer over hoe mooi het dit jaar allemaal gaat worden, dominee Bongers. De clubleden zijn allemaal aardig voor me, het weer is altijd geweldig, m'n pakjes staan me allemaal goed, ik win alle toernooien waar ik aan meedoe en de bar is altijd langer open in mijn dromen. Nog voordat ik een droom bereikt heb, is het seizoen weer voorbij."
Een droom die maar niet wil uitkomen. Heeft u dat ook wel eens, dames en heren? Je wilt zo graag een keer die eerste prijs met de bingo, maar je gaat altijd weer met de pollepelset naar huis. Je wilt zo graag die baan van je manager, maar je wordt elk jaar weer overcompleet verklaard. Je wilt dat toernooi zo graag een keer winnen, maar je moet al in de eerste ronde opgeven met rugklachten. Een droom die maar niet uit wil komen.
Is dat erg, lieve mensen? Is het erg als je maar niet kunt bereiken waar je zo naar verlangt? Is het erg als je kansen weer voorbij zijn aan het eind van het seizoen? Ja, ja hè, dat is heel erg. Je hebt het weer niet gered, je durfde weer die berg niet te beklimmen, je hebt weer niet tegen dat clublid gezegd dat je van hem of haar houd. Het is erg om je dromen niet te verwezenlijken.
Of toch niet? Is het juist niet erg om nog dromen te houden. Nee, nee, nee hè! Er liggen juist nog mogelijkheden, uitdagingen, kansen waarvoor je kunt gaan.
Ik keek naar de vrouw, deze vrouw der vrouwen, deze mens der mensen. Ze keek mij vragend aan. Haar ogen eisten een antwoord, haar lippen vervloekten mijn positieve houding.
"Nou, vertel op, wat moet ik nu? Hoe moet ik verder?", vroeg ze.
"Doe wat minder je best", zei ik. "Wees niet te veeleisend voor jezelf en je medemensen, leg de lat wat lager, kijk niet te veel naar morgen, durf vandaag te leven en te genieten. Neem de dingen zoals ze komen. Als je al je dromen hebt vervuld, blijft er niets meer te wensen over. Alleen dromen van vroeger rest dan nog."
"Ja", zei de vrouw, "ik ga nu genieten. Ik ga niet wachten op morgen.Trek je kleren maar uit dominee Bongers, we gaan wilde sex beleven." Ik dacht aan mijn vrouw Geurtie en twijfelde toch even. Ook een dominee is maar een mens.
Ik wens u nog een prettig seizoeneinde, een fijne winter en een smakelijke maaltijd, met spekjes en uitjes...........
zondag
Transfer PSV van de Baan
Ik kom dit jaar definitief niet in actie voor PSV Eindhoven. Zoals bekend ben ik al enige maanden in de slag met de technische staf van de club. Mijn zaakwaarnemer heeft een drukke tijd achter de rug. Telkens als er een doorbraak in de onderhandelingen aanstaande leek, stuurden de Eindhovenaren hem weer met een nieuw kluitje het riet in. Zo wilde de clubleiding absoluut niet aan mijn eis van een 36-urige werkweek en Harry van Raay wilde, zelfs voor mij, niet als voorzitter terugkeren.
Misschien is het maar beter zo. Natuurlijk, ik heb nog een paar aanbiedingen uit het buitenland liggen, maar er zijn nog meer redenen waarom ik blij ben dat ik niet bij PSV getekend heb.
Nationaal is PSV inmiddels een subtopper zonder vedetten (zeker zonder mijn persoontje).
Internationaal zijn ze al jaren het lachertje van de Championsleague. Daarnaast zie ik de roddel en achterklap op het boerenland niet zitten en spreekt het Eindhovense publiek, dat (geheel hypothetisch) pas na een (onwaarschijnlijke) 3-0 voorsprong tegen (bijvoorbeeld) Arsenal achter de club gaat staan. Bij elke tegenvaller laat het publiek het massaal afweten.
Maar mijn belangrijkste overweging is toch de spelersgroep. Noem mij één balvirtuoos, één speler waarmee het lekker combineren is. Wat zijn jullie stil.
De allerergste vind ik nog wel die Koreaan op links, Young-Pyo Lee, die als je hem aanspeelt eerst twaalf schijnbewegingen maakt, om vervolgens de bal terug te leggen; bij voorkeur op de keeper.
En ik moet er niet aan denken dat we scoren, zeg. Of erger nog, dat ík een doelpunt zou maken! Je zal toch geknuffeld worden door Mark van Bommel of John de Jong. Maar afgelebberd worden door Theo Lucius, de man met het engste vlasbaardje van Nederland, dát gun je zelfs je ergste vijand niet.
Je zou van pure ellende nog bij Ajax gaan solliciteren!
Misschien is het maar beter zo. Natuurlijk, ik heb nog een paar aanbiedingen uit het buitenland liggen, maar er zijn nog meer redenen waarom ik blij ben dat ik niet bij PSV getekend heb.
Nationaal is PSV inmiddels een subtopper zonder vedetten (zeker zonder mijn persoontje).
Internationaal zijn ze al jaren het lachertje van de Championsleague. Daarnaast zie ik de roddel en achterklap op het boerenland niet zitten en spreekt het Eindhovense publiek, dat (geheel hypothetisch) pas na een (onwaarschijnlijke) 3-0 voorsprong tegen (bijvoorbeeld) Arsenal achter de club gaat staan. Bij elke tegenvaller laat het publiek het massaal afweten.
Maar mijn belangrijkste overweging is toch de spelersgroep. Noem mij één balvirtuoos, één speler waarmee het lekker combineren is. Wat zijn jullie stil.
De allerergste vind ik nog wel die Koreaan op links, Young-Pyo Lee, die als je hem aanspeelt eerst twaalf schijnbewegingen maakt, om vervolgens de bal terug te leggen; bij voorkeur op de keeper.
En ik moet er niet aan denken dat we scoren, zeg. Of erger nog, dat ík een doelpunt zou maken! Je zal toch geknuffeld worden door Mark van Bommel of John de Jong. Maar afgelebberd worden door Theo Lucius, de man met het engste vlasbaardje van Nederland, dát gun je zelfs je ergste vijand niet.
Je zou van pure ellende nog bij Ajax gaan solliciteren!
Abonneren op:
Posts (Atom)