woensdag

STRESS(11)

Wat wist ik eigenlijk allemaal zelf over de achtergrond van mijn stressklachten?

Ik deed vanaf mijn 23ste werk dat niet aansloot op mijn interesses en capaciteiten. Wat zoveel wil zeggen als: ik had geen zin in dat stompzinnige magazijnwerk. Maar ondertussen deed ik het al wel twaalf jaar! Ontevredenheid dus over mijn werksituatie.
Maar waarom bleef ik het dan al die tijd doen? Omdat je met HAVO alleen niet ver komt.

Na de HAVO had ik een jaar lopen lanterfanten (zelf zei ik dat ik me aan het oriĆ«nteren was), werkte bij Appie Heijn en zat zo vaak mogelijk in de kroeg en de discotheek. Ik schreef me in voor de “School voor Journalistiek” en de “Stichting Opleiding Leraren”. Het jaar daarop werd ik uitgeloot als aankomend journalist en aangenomen als toekomstig docent. Ik bleek me te hebben ingeschreven als student Engels en Aardrijkskunde. Op zich niets mis mee natuurlijk, alleen jammer dat het studiebloed niet door mijn aderen stroomt. In het studentenleven was ik dan wel erg bedreven, in het studeren een stuk minder. En studeren was –in tegenstelling tot op de HAVO- wel nodig. Soms ging ik vol goede moed achter mijn bureau zitten, om na 25 minuten uit het raam staren een pauze in te lassen. Na drieĆ«neenhalf jaar doormodderen, besloot ik te stoppen en werk te gaan zoeken.

De les van mijn studietijd was voor mij: je kunt gerust ander werk gaan doen, maar niet als je daar een studie voor moet gaan volgen. Tegen beter weten in heb ik in mijn Rijnvistijd nog een avondstudie “Inkoop” gedaan. De combinatie overdag werken en ’s avonds studeren was een dramatische.

Samengevat zat ik vast aan uitzendwerk als magazijnmedewerker, was ik daar ontevreden mee en gefrustreerd omdat ik er “niets aan kon veranderen”. Dat laatste was natuurlijk niet helemaal waar, maar ik vond dat ik moest blijven werken om geld te verdienen voor Maria, want die moest wel bij “Blokker” revolutionaire vloerzwabbers en luxaflexreinigingssets kunnen blijven kopen. Maar ik ging mezelf pas echt een zielenpiet vinden toen bleek dat zelfs het arbeidsbureau niets voor mij wilde doen. “U heeft toch werk, mijnheer?!”

morgen verder

Geen opmerkingen: