STRESS(9)
Het RIAGG
Mijn eerste aanraking met het professionele circuit vond plaats bij het RIAGG (Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg) in Utrecht, omstreeks 1994. Mijn huisarts verwees mij door en ik ging. Dat klinkt erg ongemotiveerd, maar ik had geen flauw idee wat mij te wachten stond. Ik zou het wel zien.
Ik meldde mij bij de receptie en werd opgehaald door een grijze, rijzige, slanke man van in de vijftig. Type welzijnswerker in een B-film. Verweerd, vriendelijk gezicht, gezondheidssandalen en een shaggie. Ik heb geen flauw idee meer wat zijn functie was; psycholoog, psychiater, psychiatrisch hulpverlener of iets anders geestelijks: allemaal mogelijk.
Hij bracht me naar een kamertje dat dienst kon doen als tweepersoons cel. Ware het niet dat er geen bedden stonden en er slechts ruimte was voor één persoon. En een plant. Een plant die waarschijnlijk wekelijks ververst moest worden, wegens gebrek aan licht. Harry –zo moét hij geheten hebben- ging tegen de buitenmuur in een luie stoel zitten. Ik viel, aan de andere kant van de tafel met de plant, in de andere stoel. Hij stelde zich voor:
“Hoi, ik ben Harry Dinges.”
“Hoi, ik ben Henk Bongers, zeg maar Henk.”
“Vertelt u eens mijnheer Bongers, waarmee kan ik U helpen?”
Op dat moment gingen er al een stuk of 21 alarmbellen af bij mij; een psychisch analist die niet kon luisteren, dat moest wel fout gaan! Waarom heb ik toch zo vaak gelijk?
In de vijf sessies die zouden volgen werd ik telkens geconfronteerd met zijn “trucje”. Ik moest vertellen wat ik de afgelopen week had meegemaakt op mijn werk (ik deed toen uitzendwerk) en daarna wat er allemaal goed gegaan was. En hoe ik mij daarbij voelde.
“Hoe voelt U zich dan, mijnheer Bongers?”
“Zeg maar Henk en je hoor, Harry!”
“Oké, hoe voel je je dan, mijnheer Bongers?”
Harry’s diagnose na de eerste sessie was geweest, dat ik een gebrek aan zelfvertrouwen had en dat dat even opgevijzeld moest worden. Positieve zelfbekrachtiging of zoiets, denk ik. Omdat ik hem niet op zijn psychisch geschoolde ziel wilde trappen, praatte ik gezellig mee en vertelde hem na zes consults, dat ik het idee had dat we nergens kwamen.
“Ik denk dat U daar gelijk in heeft, mijnheer Bongers. Zullen we dan maar geen nieuwe afspraak meer maken?”
Dat leek mij een goed plan.
morgen verder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten