dinsdag

STRESS(7)

Achteraf was het eigenlijk toch wel een geslaagd feest. De mensen die er wél waren, zorgden voor een prima stemming. Dit waren mijn échte collega’s!
We konden ons toen nog vermaken zonder pillen. Dat heb ik later wel behoorlijk ingehaald.

Mijn huisarts schreef mij in de beginfase slaaptabletten en licht rustgevend materiaal voor. Dat werkte allemaal voor geen meter. Van de slaaptabletten was ik de hele dag doodmoe (’s nachts minder) en van al die andere farmaceutische troep merkte ik hoegenaamd niets. Ja, in mijn darmen; maar dat was duidelijk niet de bedoeling.
De gesprekken met mijn lotgenoot, Peter V. en de fysiotherapie hadden meer effect. Ik leerde mijn “aanvallen” te pareren, te relativeren en zelfs om erop te anticiperen. Soms.
Vooral de angst- en paniekaanvallen waren de eerste jaren erg vervelend. Nú denk ik zelfs te begrijpen hoe ze tot stand komen. Dit is mijn theorie:
Door de constante stroom van negatieve gedachtes ontstaat er een enorme gedachtenbrij in je hoofd. De aard van de gedachten (“ik ga dood”) en de enorme snelheid waarmee ze door je hoofd flitsen, zorgen ervoor dat je ze op een gegeven moment niet meer kunt ordenen. Omdat je geen 59 dingen tegelijk kunt denken raak je in paniek. Omdat je s'nachts de meeste tijd hebt om na te denken, slaat een paniekaanval dan vaak toe. Overdag doe je je uiterste best om jezelf af te leiden (als je niet werkt) en ga je dingen doen die je eigelijk beter zou laten. Het lijkt mij verstandig om daar niet over uit te wijden. Rob Oudkerk kan daar inmiddels over meepraten. Laat ik in ieder geval zeggen dat ik niets strafbaars heb gedaan.

Inmiddels zit ik alweer een aantal jaar aan de antidepressiva. Hele volksstammen lopen, met die troep in hun bloedbaan, chemisch vrolijk te zijn. Graag zou ik afkicken –ja echt, daar moet je van afkicken!-, maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. Daar heb je eigenlijk hulp bij nodig. En dan ben je aangewezen op professionele hulp, want in mijn(?) sociale omgeving is praten over STRESSklachten taboe. Denk ik, want op een enkele uitzondering na, heeft niemand geprobeerd een gesprek met mij hierover te beginnen, danwel mee te praten met mij.
Ik vind dat jammer.

morgen verder

Geen opmerkingen: